De Deurnese Mineralen Afzet Coöperatie bewijst al 25 jaar dat samenwerken loont. Binnen de coöperatie werken 35 Deurnese varkenshouders samen. Het bedrijf verwerkt dierlijke mest. Hoe is het allemaal begonnen, wat zijn de ontwikkelingen geweest en wat zijn de vooruitzichten voor de toekomst? Allemaal vragen die beantwoord worden door John van Paassen, voormalig varkenshouder en voorzitter, Iwan Gijsbers, varkenshouder en secretaris en bestuurslid Gerrie van den Broek. Met John Verberne, Miranda Lenssen- De Wit (penningmeester), Kristel Scheepers en Marco van Bussel vormen zij het bestuur van de coöperatie. Iwan Gijsbers en John van Paassen stonden aan de wieg van DEMAC en Gerrie van den Broek is ook al een kleine 15 jaar bestuurslid.
De coöperatie startte officieel op 1 januari 2000, maar in het jaar ervoor werd de basis al gelegd. Het werd voor de agrariërs steeds moeilijker om hun mest goed te kunnen plaatsen. De oplossing voor het probleem bleek te liggen in onderlinge samenwerking, omdat het probleem te groot was voor de individuele boer. Wat volgde was een intensieve periode van verdieping in de diverse mestverwerkingstechnieken. Zo werd een mobiele mestscheider ontwikkeld. Het was een nieuwe manier van werken en een flinke uitdaging. Ook de financiering van de machines en het beheer ervan was een hele opgave. Maar het lukte! André van Loon was de eerste beheerder van de mobiele mestscheider.
Van boer naar boer
Die mestscheider ging van boer naar boer en scheidde op locatie de mest die uit de gierkelder werd gepompt. Zo werd, onder andere, compost verkregen. Deze compost kon naar het buitenland geëxporteerd worden. Omdat de ontwikkelingen niet stilstaan en DEMAC ook niet, werd in 2009 mestverwerkingsfabriek KUMAC opgericht. De KU staat voor loonbedrijf Kuunders dat met DEMAC een evenredig aandeel heeft in deze fabriek. Kuunders is verantwoordelijk voor het mesttransport en beheert het machinepark. De leden van DEMAC leveren de mest en de machines.
Van elke 100 kuub mest blijft de helft als zuiver water over. Dit water gaat terug de sloot in en wordt zo teruggegeven aan de natuur. John van Paassen: ‘ Dit proces wordt streng in de gaten gehouden door het Waterschap.’ 20 Procent wordt stapelbare vaste mest, een soort compost die gebruikt wordt als bodemverbeteraar en voor de opwekking van groene energie. Dit product vindt zijn weg naar Frankrijk en Duitsland. De vrachtwagens die dit doen komen met stro of graan terug. 30 Procent is een vloeibaar mineralenconcentraat dat gebruikt wordt als kunstmestvervanger voor de planten op de regionale akkers. Zo wordt een gesloten kringloop verkregen.
Door deze manier van werken ontstaat er een duurzame circulaire agrarische sector. Iwan Gijsbers: ‘Dat is voor de sector, die vanwege wet- en regelgeving actief op zoek moet naar natuurinclusiever en circulair ondernemen, een prima oplossing.’

Groen gas
Een nieuwe ontwikkeling is de productie van groen gas uit mest. Hiervoor werkt DEMAC samen met ZLTO De Peel. Hierbij zijn 24 melkveehouderijen betrokken. Met dit biogas kunnen 2.500 huishoudens compleet van biogas worden voorzien. In combinatie met een hybride warmtepomp kunnen dit zelfs 7.500 woningen worden. Gerrie van den Broek: ‘Het voordeel van dit gas is dat het via de bestaande gasleidingen getransporteerd kan worden. Dus er hoeven geen nieuwe leidingen gelegd te worden.’ De duurzame energieproductie is een belangrijk item voor de gemeenten en de Rijksoverheid. Ook de gemeente Deurne staat hier positief tegenover. Zeker omdat ze niet gecharmeerd is van zonneparken en windmolens. Bijkomend effect van het groene gas is dat bij de productie hiervan methaan wordt opgevangen, CO2- (koolstofdioxide) reductie en ammoniakreductie wordt gerealiseerd doordat de mest dagelijks wordt opgehaald bij de bedrijven. Hierdoor mag het aldus verkregen product groen gas genoemd worden.
Uitdaging
Een kwart eeuw DEMAC is natuurlijk niet onopgemerkt voorbij gegaan. Met de leden en partners werd deze mijlpaal uitgebreid gevierd. Positief is het dat, mede dankzij een subsidie van de Rijksoverheid en andere partijen, het groen gasproject ruimte krijgt om dit plan verder te ontwikkelen. Maar, het blijft opletten geblazen, want de bron van het groene gas – de melkveehouderij – verkeert in zwaar weer. Door allerlei oorzaken stoppen in de regio veel melkveehouders en wordt de vrijgekomen ruimte ingenomen door, voornamelijk, akkerbouw. Voor DEMAC, KUMAC en het groene gas zijn er daarom nog voldoende uitdagingen. Maar, de geschiedenis leert dat er door samenwerking en een open blik op de toekomst veel mogelijk is.
Lees dit bericht ook op de website van het Weekblad voor Deurne:

Achterste rij van Links naar rechts Marco van Bussel, Gerrie van den Broek, Iwan Gijsbers en John Verberne




